Home   Curriculum    Vitae    Bibliografie    Onderzoek    Archiefrecht    Archiefwetenschap

 

Adres:

 

Universiteit van Amsterdam

Afdeling Mediastudies

Turfdraagsterpad 9

 

1012 XT AMSTERDAM

E-mail mailto:eric.ketelaar@uva.nl:

 

 

Wat is Archiefwetenschap? 1
Archieven worden in een organisatie gevormd ter ondersteuning en sturing van het werk, om vast te leggen waarom, wanneer, in welke functie en door wie welke handelingen verricht zijn. Met deze directe functie van het archief houdt de archiefwetenschap of archivistiek zich vooral bezig. Deze wetenschap stelt vragen als: wat is het in een samenleving of organisatie dat haar archieven doet vormen en gebruiken zoals ze doet. Kunnen we, door een beter inzicht in de wijze waarop mensen in organisaties archieven vormen en gebruiken, uitspraken doen over een effectief en efficiënt archiefbeheer? 2

Wij kijken dus naar de samenlevingen, de organisaties en de mensen die archieven vormen en gebruiken. Archivistiek is daarom óók sociale en culturele archivistiek. Haar object is het continuum van archiefschepping, archiefverwerking en archiefgebruik. Het door Australische archiefwetenschappers ontwikkelde 'records continuum model' heeft als uitgangspunt dat archieven vanaf hun schepping tegelijkertijd 'organisational and collective memory' zijn; er is geen logische scheiding tussen dynamisch, semi-statisch en historisch archief. Vanaf hun ontstaan moeten archiefbescheiden zodanig beheerd worden dat ze hun verschillende doeleinden tegelijkertijd en door de tijd heen kunnen vervullen. Dat beheer omvat3:

  • opnemen (door registratie en opslag)
  • beschikbaar stellen en egrbuiken
  • ordenen en klasseren
  • beschrijven
  • bewaren
  • waarderen en selecteren - verwijderen

Aan de vastlegging gaat de archivalisering vooraf: de bewuste of onbewuste keuze om iets in aanmerking te laten komen voor archivering. Archivalisering en archivering staan onder invloed van de naar tijd en plaats verschillende sociale, religieuze, culturele, politieke en economische context. De meeste van deze variabelen passen in de opsomming van Grover en Greer4

1. Culture - language, philosophical and moral values, history educational system, concept of time, etc.;
2. Physical geography - aspects such as climate and topographical characteristics;
3. Political structure of society - the system for governance and underlying values regarding the role of government;
4. Legislation and regulations issued by legislative and regulatory agencies of government;
5. The economic system;
6. Technology - the level of sophistication in terms of computer and telecommunication technology;
7. Information policy - copyright laws, policies regarding secrecy, censorship, privacy, the public's right to know, government responsibility to inform, and those policies which influence the transfer of information.

Archiefstukken worden gevormd uit hoofde van werkprocessen en handelingen, die aan het archief zijn context en structuur geven en die de vorm van de archiefstukken bepalen. De archiefwetenschap richt zich op context, structuur en vorm, zoals bepaald door de werkprocessen - en dus niet in de eerste plaats op de inhoud van het document. Context, structuur en vorm moeten door de tijd heen - gezien het tijdsverloop tussen zender en ontvanger van de informatie5 - behouden blijven c.q. gereconstrueerd kunnen worden. Deze prioritaire aandacht voor context, structuur en behoud voor de toekomst kenmerkt de archiefwetenschap ten opzichte van de documentaire informatiewetenschap. 

Ook de archiefwetenschappelijke methode richt zich op context, structuur en vorm. Daarnaast moeten bij de training van onderzoekers methoden en technieken van onderzoek in andere disciplines aangeleerd worden. Voor zover het onderzoek zich richt op archivalisering en archivering in een historische context, bedient de onderzoeker zich van de historische wetenschap, haar methoden en hulpwetenschappen. Het onderzoek van bestaande en ideaal-typische organisaties maakt gebruik van de methoden der organisatiesociologie, organisatieantropologie, communicatiewetenschap, bestuurskunde, bedrijfskunde enz. 

Archiefwetenschappelijk onderzoek zal merendeels vergelijkend zijn: vergelijking tussen organisaties en vergelijking in de tijd, naast de elders door mij bepleite internationale vergelijking: de vergelijkende archiefwetenschap.6
____________________________________

1 F.C.J. Ketelaar, Archivalisering en archivering. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in de archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam op vrijdag 23 oktober 1998 (Samsom, Alphen aan den Rijn 1998)

 

2 F.G. Burke, The future course of archival theory in the United States, American Archivist 44 (1981) 42-43.

 

3 Peter Horsman, Archiveren. Een inleiding (Stichting Archiefpublicaties, ‘s-Gravenhage 2004) 43.

4 R.C. Greer, A model for the discipline of information science, in: H. Achleiner, Intellectual foundations for information professionals (New York 1987) 3-25; R. Grover - R.C. Greer, The cross-disciplinary imperative of LIS research, in: C.R. McClure - P. Hernon (eds.), Library and information science research:  perspectives and strategies for improvement (Norwood 1991) 101-113

5 E.W. Stein, Organizational memory: review of concepts and recommendations for management, International journal of information management 15 (2) (1995) 22-23.

6 E. Ketelaar, The difference best postponed? Cultures and comparative archival science, Archivaria 44 (1997) 142-148,  repr. in P.J. Horsman – F.C.J. Ketelaar – T.H.P.M. Thomassen (ed.), Naar een nieuw paradigma in de archivistiek. Jaarboek 1999 Stichting Archiefpublicaties (Stichting Archiefpublicaties, ’s-Gravenhage 1999) 21-27.